Opmerking: Op deze foto wordt Theo vaak verward met Vincent en Cor, Theo's broer.

Theo van Gogh
(1 mei 1857 – 25 januari 1891)

Theo was het enige vaste punt in het leven van Van Gogh. Vincent en zijn broer waren gedurende hun hele leven erg aan elkaar gehecht en Vincent zou nooit zijn ongelooflijke gave hebben ontdekt zonder de voordurende steun van Theo, die zowel emotioneel als financieël van onschatbare waarde was.

Hun relatie was zeker niet altijd ideaal en beiden beleefden vele ongelukkige momenten en ruzies, vooral toen Vincent in Parijs bij Theo inwoonde van 1886 tot het begin van 1888.

Ondanks alles kan het onverwoestbare vertrouwen en de steun van Theo niet genoeg worden genoemd. Zonder Theo zou de wereld nooit van Vincent van Gogh hebben gehoord.

Na de dood van Vincent in 1890 leed Theo aan een gecompliceerde nierinfectie. Er bestaan echter nieuwe bewijzen dat Theo, evenals Vincent, syphilis had opgelopen. Hij liet zich kort na de dood van Vincent in een sanatorium opnemen. Camille Passarro schreef aan zijn zoon Lucien: "Het schijnt dat Theo van Gogh al ziek was voordat Vincent gek werd; hij had uremie. Hij kon een week lang niet urineren…".

In het begin van 1891 stortte Theo lichamelijk in. Hij had een zwak hart en kreeg bovendien een hersenbloeding die hem uiteindelijk verlamde. Hij verloor het bewustzijn en stierf een paar dagen later.

Theo's onvoorwaardelijke steun aan zijn broer zorgde ervoor dat Vincent's grote werk nooit zal worden vergeten. Daarnaast heeft de lange briefwisseling tussen de twee broers vele inzichten verschaft over het werk en het hart van Vincent van Gogh.